Overzicht van eerder verschenen stukken
 
09/11/15 Orvelte: de veranderingen 1970-2015
14/01/16 Markegrenzen (1)
16/03/16 Markegrenzen (2)
15/05/16 Markegrenzen (3)
18/07/16 Markegrenzen (4)
15/09/16 Het gedenkteken aan de voormalige vlasfabriek
16/10/16 Barakken op het Orvelterzand
 

Orvelte: de veranderingen 1970 tot 2015

9 november 2015

Om een aantal veranderingen aan het licht te brengen dook Ger Keijzers in het archief van Ingrid Dolfing. Daar vond hij een foto (foto 1) die is genomen door KLM-luchtfotografie omstreeks 1971/1972.

De tweede foto (foto 2) is afgelopen week gemaakt met behulp van de drone van Wim Vos. 

Kijkrichting voor beide foto's: vanaf De Wiet over de Schoolstraat richting de Schapendrift.

NB: als het blad van de bomen is volgt nog een nieuwe foto.


Vanaf 1970 werd Orvelte stevig onderhanden genomen omdat onder leiding van burgemeester Lieve was gekozen om Orvelte te behouden als voorbeeld van een 19e-eeuws brinkdorp. Hierdoor zouden nieuwe inkomstenbronnen voor de bevolking worden ontwikkeld.

Sommige (bouw)werken werden verwijderd:

  • de doorgaande weg (links-midden op de foto; Groteweg?)
  • de boerderij van Sikkenga op huidige Brink
  • de Mariekeschool (in 1984); nu 3 bouwkavels


Andere (bouw)werken werden gebouwd:

  • schuur bij boerderij Dolfing (Schoolstraat 8 en 11)
  • gebouwen Schapendrift (kleine boerderij, restaurant Schapendrift, schaapskooien)
  • Bruntingerhof
  • Schaapskooi Borckerhof (bibliotheek)
  • Achterste gebouw Borckerhof
  • Drukwerkplaats (pas na 2005)
  • 3 huizen Schoolstraat- De Wiet (jaren 96-97).


We kunnen hier onmogelijk uitputtend zijn, dus zoek de verschillen ….


Foto 1
Afbeelding invoegen
 
Foto 2
Afbeelding invoegen

*****

Markegrenzen (deel 1, Jan van Ginkel)
14 januari 2016
 
Wie de geschiedenis induikt, kan veel leren over de omgang met gebeurtenissen in de tegenwoordige tijd. Als voorbeeld neem ik deze keer het thema ‘grenzen’. De roep om de buitengrens van Europa te bewaken en eventueel de open landsgrenzen te sluiten, wordt sterk, ingegeven door de huidige stroom vluchtelingen. Hoe gingen wij vroeger met grenzen om? Dan bedoel ik niet landsgrenzen, maar de grenzen van particulier bezit en het dorpsterritorium, vroeger de marke genoemd.
 
Afbeelding invoegen
Bosweg van veldkeien, markegrens tussen Orvelte en Schoonloo. Beukenbos goud en naaldbos

Vlechten tegen de vijand
In Orvelte, dorp en buitengebied, vinden we diverse soorten grenzen die vroeger een belangrijke rol speelden. In de eerste plaats de erfgrenzen. Hier en daar een ondiepe greppel of een fraai wit geverfd hek en natuurlijk heggen van beuk, hulst of meidoorn. Vooral meidoornhagen waren in trek. Mits goed gesnoeid vormden die een ondoordringbare haag om het eigen bezit. Onze voorouders plantten tienduizenden meidoorns op houtwallen, in singels en wegbermen. De struiken werden zo gesnoeid en gevlochten dat er dichte hagen ontstonden, ondoordringbaar voor vijand (!) en vee. De meidoornhaag is op de Drentse zandgronden vanouds dé haag om moestuin, boomgaard of bleek. Een heg van meidoorn hield de schapen buiten de moes- en siertuin als de kudde, die tot in het begin van de 20e eeuw uit honderden dieren kon bestaan, door het dorp naar de heide trok.
 
Afbeelding invoegen
Beuken op wal in boswachterij, oude markegrens scheidingswal 

Wie van de Bruntingerhof achter de schaapskooien om naar de Schapendrift wandelt, ziet daar weliswaar jonge, maar mooie meidoornhagen staan en kan zich voorstellen dat geen schaap behoefte heeft zich daar doorheen te worstelen. Uit eigen ervaring weet ik dat als ik mij prik aan een meidoorn de kans op pijn en ontsteking groot is, en niet alleen als er een venijnig puntje diep in het wondje is blijven zitten. Hagen werden vroeger goed onderhouden, waren hoog tot aan de heupen en soms wel een meter breed.
De brede meidoornhaag was groot en stevig genoeg om bij de voorjaarsschoonmaak vloerkleden, matrassen, matten en dekens op te luchten te leggen en uit te kloppen. Er wordt verteld dat de zwarte wollen sokken op de haag te luchten werden gehangen, liefst een vochtige nacht lang. De volgende dag waren zij dan weer fris. Door ze niet te wassen maar te luchten gingen de sokken langer mee. Tegenwoordig zijn hagen van Beuk, Buxus en Liguster meer in trek. Deze soorten zijn pas in de twintigste eeuw opgekomen. 
         
Begrenzing van het dorpsterritorium        
Niet alleen de erven en particuliere landerijen werden afgebakend. Het dorpsgebied (marke) dat bij de Orvelter gemeenschap (boermarke genoemd) hoorde kreeg in de 12e of 13e eeuw zijn definitieve omvang en vorm. Het lijkt onvoorstelbaar dat men toen al de uitgestrekte wildernis die bij het dorp hoorde wilde afbakenen, voorzien van grenzen. Die wildernis omringde het cultuurland (dorp en essen) en bestond uit bossen, struikgewas, moerassen, heide- en grazige velden. Het leidde tot misverstanden toen men in de 19e eeuw die ‘woeste gronden’ als nutteloos bestempelde.
 
Afbeelding invoegen
Keuterij aan de Kromboom, markegrens tussen Orvelte en Westerbork loopt hier net achter

Deze gronden, die door het agrarische gebruik evolueerden tot uitgestrekte heidevelden, waren van dermate groot belang dat zij strikt werden begrensd. Deze markegrenzen werden gemarkeerd door palen, greppels, wallen, grote zwerfkeien en bomen. De grenzen van de Orvelter marke zijn deels nog terug te vinden in de vorm van greppels en houtwallen en vooral als bospaden in de boswachterij Schoonloo. Ooit kwamen in het Ellertsveld, waar nu de oostgrens van deze boswachterij ligt, de grenzen van zeven marken bij elkaar: vanaf het noorden en met de klok mee waren dat de marken van Westdorp, Ees, Odoorn, Noord Sleen, Wezup, Orvelte en Schoonloo.
 
Afbeelding invoegen
Marke- gemeente steen de Kiel

Op het grondgebied van Orvelte stond een enorme steen, "Queckebuir” genoemd. Een raadselachtige naam, buir is buur (= boer = bewoner). De steen zag men als bewoner van het Queckholt, een oude naam voor bosje van Lijsterbes (of jeneverbes…). We vinden de naam terug in Kwekenbosweg. Aan het einde daarvan, bij de Tipweg net ten westen van De Kiel ligt een grote kei met daarop een taart met een indeling in zevenen. Nogal verwarrend daar die indeling 3 marken (Westdorp, Ees, Odoorn) betreft en vier, inmiddels ook al weer voormalige, gemeenten (Sleen, Zweeloo, Westerbork en Rolde). Hoe dat precies zo gekomen is kun je lezen op www.rondomdekiel.nl  Een wigvormig stuk grond noemden de Drenten een tip of kiel. Wonen bij het zeven markenpunt hield in dat een dief of stroper als de veldwachter van gemeente Borger hem eens aan de tand wilde voelen, hij eenvoudig naar de kiel van gemeente Westerbork kon lopen om aan het wettelijk gezag te ontkomen. Zo nodig begaf je je naar het grondgebied van nog een andere gemeente… want de dienders hadden in de buurgemeenten geen bevoegdheden. Dat brengt mij terug bij vandaag de dag. Wij staan voor de opgave om onze grenzen zo te hanteren dat vluchtelingen zich welkom en veilig voelen. Hoe wij daar de criminelen uit kunnen filteren is in beginsel een probleem van alle (grens)plaatsen en tijden geweest.
 
Afbeelding invoegen 
                                                                   Topografische kaart uit 1850. De marke is in rood aangegeven
 
*****
 
Markegrenzen (deel 2, Jan van Ginkel)
16 maart 2016

Het Zevenmarkenpunt is met stip het bekendste punt op de grens van de marke Orvelte met die van de aangrenzende dorpsgebieden. Maar er zijn meer markante punten te vinden als je de grenzen van de marke Orvelte in het huidige landschap wil traceren. Met behulp van enkele foto’s ga ik in deze aflevering enkele van die punten langs. Het gaat mij hierbij niet om een exacte reconstructie. 
Doel van de beschrijving is dat u als lezer met meer bagage uit fietsen gaat: wie meer weet, ziet meer en wie beter heeft leren kijken wil meer weten. Natuur en cultuur gaan in het ons omringende landschap hand in hand en wij mogen ons gelukkig prijzen dat de marke van Orvelte zo veel van beide heeft. 

Ik begin dit deel van de rondreis aan de zuidkant van de marke. Het kaartje van 1860, met in rood de markegrenzen dat in het vorige artikel staat, is de leidraad (zie deel 1). Ten zuiden van Orvelte loopt de kaarsrechte grens dwars door het Veenveld. De dunne grijze lijnen laten zien dat deze grens van belang is geweest voor de opdeling van het gemeenschappelijke heideveld in particuliere kavels. Ten noorden van de grens, dus richting Orvelte lopen die kavelgrenzen pal noord-zuid. Ten zuiden daarvan, en links van de markegrens noordwaarts, lopen de kavels heel anders. De marke van Orvelte grenst hier aan die van Westerbork. Al zijn de landerijen tegenwoordig per stuk veel groter, de vorm van de huidige landbouwpercelen is aan weerszijden van de markegrens nog steeds verschillend. 
Als we richting Witteveen gaan, staan we stil bij de zuidelijke grens. (Let op: dit dorp bestond nog niet in 1860). De mr. J.B. Kanweg naar Witteveen kruist voorbij het bungalowpark deze grens. Die is onmiskenbaar daar precies op deze lijn een kaarsrechte veenwijk westwaarts loopt (Foto 1). De parallel aan de wijk lopende weg heet hier Westerborkerveld en dat is jammer, want dat lag hier nou juist aan de overkant van de wijk.
 
Afbeelding invoegen
Foto 1

Het veld tussen het dorp en deze wijk heette bij de ontginning (aan het begin van de 20e eeuw) de Orvelterblokken. Eigenlijk had men het bungalowpark ook zo moeten noemen, maar Orveltermarke bekt beter. Waar nu dit park ligt zou in de jaren negentig een AZC hebben gelegen als de bevolking niet zo had tegengewerkt. De eigenaar van de grond en de aanpalende en nu verpauperende boerderij wilde zijn medewerking verlenen, maar heeft uit frustratie over het verzet het dorp verlaten. Bij Landal staat met grote letters op de borden "Orveltermarke Welkom, Willkommen, Welcome (Foto 2). Ik word er wat bitter van…waarom wel vakantiegasten maar geen vluchtelingen? Afijn, ga je met de rug naar de veenwijk staan dan zie je de rechte lijn zich in de vorm van een greppel of sloot oostwaarts uitstrekken (Foto 3).

Afbeelding invoegen              Afbeelding invoegen
Foto 2                                                                              Foto 3

Dit landschap is typerend voor de ontginning van de heide en veenvelden zoals die tot ver in de 20e eeuw is uitgevoerd: het landschap van de tekentafel. De inrichters hielden niet of nauwelijks rekening met hoog en laag, droog en nat en de verschillende grondsoorten. Men rechtte en slechtte. Aan de horizon doemen bomen op. Daar liggen De Marsen, in het bovenstroomse deel van de Aalderstroom.
Om daar meer van te zien gaan we vanaf de veenwijk terug naar de Wezuperstraat en volgen die tot deze de beek kruist (Foto 4).

Afbeelding invoegen
Foto 4

Op de kaart van 1860 staat hier "Batma”. De beek is hier niet alleen de grens tussen de marken van Orvelte en Wezup maar tevens de gemeentegrens tussen Midden-Drenthe (eerder Westerbork) en Coevorden (voorheen Zweeloo). Bat (of bad, badde, batte) in de naam verwijst naar de brug die hier ooit lag. Deze bestond uit balken, ofwel batten. En dat woordje "ma” slaat op het laag gelegen groenland
(ma of madeland) aan beide zijden van de beek. De oude kaart laat zien dat het beekdal hier op zijn smalst was, dus het makkelijkst te doorkruisen. De markegrens gaat vanaf de Batma noordwaarts en volgt hier de rand van het beekdal (Bart van Veenweg. Foto 5). Met een knik gaat de weg naar het Oranjekanaal. Aan de rechterhand liggen de uitgestrekte bouwkavels van het vm. Wezuperveld. Links van de grens liggen de Weesplagen en Oosterholten.
 
Afbeelding invoegen
Foto 5

Een behoorlijk nat gebied waarin groenland, houtsingels en bosjes elkaar afwisselen. De naam Weesplagen, in de loop der tijd op zeer verschillende manieren gespeld (bijv. We(e)sppla(a)gen) is intrigerend. Bekend is dat de boeren van Wezup (Wesp of Wisp) hier recht van beweiding hadden, dus het betreft de lagen (laagten) van Wesp en niet een gebied dat rijk zou zijn geweest aan stekende insecten. Op grond van deze rechten vermoedt men dat Orvelte (omstreeks de 10e eeuw) gesticht is door boeren uit Wezup. Het kleine, maar oude en opgaande eikenbos dat wij hier aantreffen is de naam gegeven van Oosterholten of Oosterhout, het oostelijk van Orvelte gelegen Boerbos. Daarover valt nog een leuke anekdote te vertellen. Die komt de volgende keer.
 
*****
 
Markegrenzen (deel 3, Jan van Ginkel)
15 mei 2016

Van de Oosterholten naar de Puttershoek en de Laarweg...
Op onze rondreis langs de buitengrenzen van de marke Orvelte staan we in dit derde deel nog even stil bij de Oosterholten. De gelijknamige weg vanaf de Wezuperstraat gaat over in een zandpad dat uitkomt op de Holsdiek. Stellen wij ons voor hoe dit gebeid er rond 1560 uit zal hebben gezien: overwegend natte gronden met bosjes en struikgewas, afgewisseld met stukjes schraal grasland en op de hogere delen oud eikenbos. 
Vanuit het eikenbos klinken bijlslagen en de passerende schulte uit Emmen neemt eens poolshoogte. 
(misschien wel getipt!) Hij treft daar een manspersoon, die de pastoor van Westerbork blijkt te zijn. Deze is druk doende enkele bomen te oogsten. De schout kan zich niet voorstellen dat de kap legaal is en slingert de pastoor op de bon… geen klassenjustitie hier. Echter, op de later gehouden rechtszitting kan de pastoor met een akte aantonen dat hij gerechtigd is om in het bos een aantal bomen te kappen. 
De pastoor is een zogenaamde buitenbuur van de marke Orvelte, d.w.z. niet in het dorp woonachtig, maar wel gerechtigd. Op één of andere wijze, waarschijnlijk door vererving of schenking aan de kerk, zijn deze rechten overgedragen. 
Deze anekdote geeft treffend weer hoe men toen met argusogen naar het nog resterende bos keek. Zwaar eikenhout was zeer zeldzaam geworden en kapitalen waard. Dat blijkt eveneens uit akten van openbare verkopingen: de gebinten en het overige zware houtwerk van een boerderij brachten soms meer op dat het hele erf en roerende goed samen.

Afbeelding invoegen 
Impressie van een oeroud eikenbos

Zoals eerder in deel 2 beschreven loopt de markegrens ten oosten van de Oosterholten, daar waar nu de Bart van Veenweg zich bevindt. Voorbij de Jan Hellingweg, aan uw rechterhand, lopen de kavelgrenzen aan beide zijden van de weg anders. Links lopen zij min of meer oost-west, rechts noord-zuid. De ruilverkaveling van de jaren tachtig heeft deze indeling gehandhaafd.
Daarom kunnen we nu de invloed van de bestuurlijke grenzen ook nog terug vinden. Waar de markegrens het Oranjekanaal kruist, staat de witte boerderij met de naam Puttershoek. De grens maakt hierachter een knik naar rechts om even verderop de bosrand te volgen. Het landbouwgebied van de Coehoorn valt dus onder de marke Orvelte. Het gebied Coehoorn is een eind negentiende-eeuwse landbouwenclave, gericht op de aanwezigheid van een heel klein bovenloopje van de Orvelterstroom. Dit loopje doet zich nu voor als een rechte sloot. Het gebied stak als een koehoorn in de verder nog niet ontgonnen heide van het Ellertsveld, vandaar de naam.

Afbeelding invoegen 
De Puttershoek

Op bovenstaande foto zien wij rechts in de berm van het kanaal het bordje van de gemeente Coevorden staan. De weg links van de boerderij gaat het bos in, maar weer direct linksaf fiets je de Coehoorn op. Waar komt de naam Puttershoek vandaan? Hij schijnt te stammen uit de tijd dat het kanaal gegraven werd (tussen 1853 en 1858). De voorman van een ploeg kanaalgravers werd putter genoemd. Zou dit dan zijn hoek zijn? Heeft zich hier een putter gevestigd? Spannender is de aanname dat op deze plaats een putter is zoek geraakt…. putter zoek... puttershoek, als je het snel uitspreekt. Is hier een putter verdronken, of is de onderaannemer met de naam Putter failliet gegaan en heeft die de plaat gepoetst?
 
Het is lastig om de markegrens door het bos en langs de bosrand te volgen, je komt hier het kanaal niet over en het gebied is tamelijk ontoegankelijk voor de fietser. Beter is het om even door te fietsen naar Wezuperbrug en daar het fietspad richting De Kiel te volgen. Ter hoogte van de kunstwerken van grote veldkeien loopt de markegrens dwars door de heide en het veen aan de linkerhand, plm. 250 meter westelijk van het fietspad.

 
Afbeelding invoegen 
Wezuperbrug, keienkunst

De grens is hier niet terug te vinden. We volgen dit fietspad tot bij de veldkei met inscriptie zoals beschreven in deel 1 (onderstaande foto), nemen de richting Elp en volgen gedurende vier kilometer de lijnrechte markegrens tussen Orvelte en Schoonloo in de vorm van het fietspad. Ongeveer halverwege kruisen wij de asfaltweg, links heet-ie Orvelterveld en rechts Kwekebosweg (zie deel 1). Voorbij het bouwland duiken we weer het bos in en op de vijfsprong slaan we linksaf en volgen het fietspad naar de Laarweg. Een volgende keer beschrijf ik vanaf hier de westgrens van de Orveltermarke.

Afbeelding invoegen
Markegrensweg bij 7 markenpunt
 
*****
 
Markegrenzen (deel 4, Jan van Ginkel)
18 juli 2016
 
Van Laarweg naar Veenveld                                                               
Toch wel handig, zo’n digitale nieuwsbrief: wil je mijn verhaal volgen, dan is het een koud kunstje om de eerste drie afleveringen nog eens terug te lezen. Zoals toegezegd pakken wij in dit laatste deel de draad op aan het einde van de Laarweg, daar waar deze uitkomt op de Boerdiek. Staan we met de rug naar het Staatsbos, dan ligt het grondgebied van de marke Elp rechts van ons, dat van Orvelte links. De sloot voor ons, pal naast het bosje, is de markegrens die hier het stroomdal in gaat. Aan de Orvelter kant zien we de zaagbladvormige Deurgangen, het wegje met prachtige oude eiken, gelegen tussen de groenlanden in het lage beekdal aan onze kant en aan de andere kant de hogere veldgronden, in gebruik als bouwland. Via de Deurgangen bereiken we het Oranjekanaal. Slaan we daar even rechtsaf dan kruisen we de Elperstroom. Deze beek is hier rechtgetrokken. Van de oude bedding die eerder de markegrens vormde, is niets terug te vinden. Stel je hier trouwens niet van ouds een kronkelstroompje voor zoals bijv. het Anderense diepje.

Afbeelding invoegen
 Elperstroom vanaf het Oranjekanaal noordwaarts. De boom zou een ode grensmarkering kunnen zijn.

De Elperstroom komt nu uit in het Oranjekanaal. Vroeger was de beek een zijstroom van het stroompje bij Orvelte (vreemd genoeg door het waterschap de Oude Vaart genoemd) dat verder naar het westen als Westerborkerstroom bekend staat. Aan de overzijde van het kanaal ligt een klein hoekje met oude eikenbomen. In dit ‘bosje’ ligt een grote steen. Of die hier ooit de markegrens heeft gemarkeerd, heb ik niet kunnen achterhalen. Om bij het bosje te komen en de grens verder te volgen, moet je of de brug bij Zuidveld of de Orvelter sluis gebruiken om het Oranjekanaal over te steken. 
 
Afbeelding invoegen
 
De markegrens precies volgen is hier lastig omdat die dwars door de weiden loopt. Maar aan de Kromboom, net achter het huis van Hendriks hebben we hem weer echt in beeld. Een stukje ten noordwesten van deze voormalige keuterij ligt het driemarkenpunt. Daar raken de marken van Elp, Orvelte en Westerbork elkaar. Waarschijnlijk is het hier landmeetkundig een heel gedoe geweest om de grenzen precies aan te geven. Anders zou ik niet weten waarom de grens achter het paardenweitje (met illegale woonwagen o.i.d.) zo’n rare knik maakt. 
 
Afbeelding invoegen
 Plaats waar de marktgrens een opvallende knik maakt.

Afbeelding invoegen
 De ruilverkavelingsgreppel op de marktgrens, t.o Kromboom 1.
 
Staan we met de rug naar Kromboom nummer 1 toe dan zien we voor ons een greppel van belachelijke proporties pal zuidwaarts lopen. Deze greppel volgt de grens. Het is een typisch ruilverkavelingsproduct waarbij men bij de aanleg geen maat wist te houden of rekende op barre tijden. Rechts ligt de marke van Westerbork. Wie wil kan door het veld sjouwen en rechttoe rechtaan de markegrens volgen totdat deze de Orvelterstraat kruist. Links liggen de ijzertijdboerderij en een veen waardoor SBB ooit een vlonderpad heeft aangelegd. Rechts ligt het Reijntjesveld, onderdeel van het voormalige Oosterveld van Westerbork. Wie er oog voor heeft ziet dat voorbij het veentje de grens wordt geaccentueerd door het verschil in landschap. Aan de Orvelter kant is de heide ooit ontgonnen en vlak gemaakt. Nu maakt dit stukje weer deel uit van het natuurgebied. Er liggen hier restanten van een oud pad en een greppel met wal die de markegrens aangaven. Er staan twee kleine sleedoornstruiken die m.i. wel oud zijn. Ze zijn slecht ontwikkeld door de arme grond, maar zullen eens deel hebben uitgemaakt van de begroeiing langs de voormalige zandweg die net naast de markegrens heeft gelegen.
 
Afbeelding invoegen
 Sleedoorn, zandweg en restanten van een wal op het Reijntjesveld. 
 
Aan de overzijde van de Orvelterstraat loopt de grens een stukje op de rand van de Zuideres en gaat dan in een rechte lijn zuidwaarts, aan de westrand van de Orvelterbosjes. Tegen de bosrand aan ligt een bosrijk terreintje met oude veenputten. Dit stukje noemde men vroeger het Kibbelveentje. Blijkbaar waren de boeren van O. & W. het niet eens over wie er rechten hadden om turf te steken in dit veentje. Vlakbij het punt waar de Zuideresweg, in de vorm van een zandpad, uitkomt op de verharde weg met de naam Veenveld, maakt de grens een haakse bocht richting Kanweg. Wie daar staat kan het eerste deel van het verhaal erbij nemen en de grens – opnieuw-  gaan verkennen. Waarom staat Kromboom 1 op het randje van de marke? Waarom heet het Elpermeer ook Zwatte? Liggen de grafheuvel op het Reijtjesveld en de Galegenberg aan het Westerborkerveld daar zo maar of heeft de ligging iets met de markegrenzen te maken? Vragen die ik nog eens zal beantwoorden. Wie weet zijn er zo nog meer vragen, laat ze mij weten. Ook valt er over de in de artikelen gebruikte veldnamen nog veel te vertellen.
  
*****

Het gedenkteken aan de voormalige vlasfabriek
15 september 2016

Velen van u zullen niet weten dat er aan de voormalige vlasfabriek aan het Oranjekanaal een gedenkteken hangt ter nagedachtenis van een omgekomen Franse parachutist tijdens bevrijdingsacties op 8 april 1945. De redactie probeerde te achterhalen wat de achtergrond is en kwam al gauw uit bij Lambertus Enting (1932). Lambertus maakte de tweede wereldoorlog als kind mee en kan zich nog veel herinneren van de gebeurtenissen in deze tijd.

De opdracht van de Franse parachutisten was: Zorg dat de Duitsers het Oranjekanaal niet in handen krijgen om deze als verdedigingslinie te gebruiken. Om dit doel te bereiken moesten de Fransen er voor zorgen dat de Duitsers de bruggen en sluizen niet zouden opblazen. Een gedeelte van de para’s werd afgeworpen boven het Ellertsveld, in de buurt van de toenmalige vlasfabriek. Na het landen moesten de mannen zich groeperen en hun parachutes begraven, zodat de Duitsers geen vermoeden zouden kunnen hebben van hun aanwezigheid. In de buurt van de landingsplaats vonden de para’s een boerderij. Het was de boerderij van de familie Pol. (tegenwoordig de nieuw gebouwde boerderij van de familie Willems) Twaalf Fransen brachten de nacht door in de woning van de familie Pol, terwijl er twee buitenshuis de wacht hielden. Na verloop van tijd meldden de wachters de komst van een Duitse patrouille. Het bleken soldaten te voet die uit de richting van Zuidveld kwamen. Ook zij waren op zoek naar een plaats voor de nacht. Ze gingen aan de boerderij van de familie Pol voorbij en kwamen uiteindelijk terecht bij de boerderij van de familie Enting. Hier kregen zij onderdak op de zolder van de schuur achter de boerderij. Twee boerderijen met vijandelijke soldaten zo dicht bij elkaar was de aanleiding voor de gevechten die de volgende dag zouden plaatsvinden.
 
Afbeelding invoegen

’s Ochtends meldden zich twee Duitse soldaten bij de boerderij van Pol. Ze vroegen om koffie. Die kregen ze. Enorm bange situaties deden zich voor. De Duitsers mochten absoluut niet vermoeden dat er Franse bevrijders aanwezig waren. Het liep goed af. In de voormiddag besluiten de Franse soldaten de Orvelter brug, de sluis en de vlasfabriek in te nemen. Toen ze op weg waren naar deze objecten naderden ze negen Duitse soldaten die de wacht hielden. Tijdens het kortdurende gevecht sneuvelden drie Duitse soldaten. De overige zes werden krijgsgevangen gemaakt, doch één wist te ontsnappen en waarschuwde de soldaten in de boerderij van Enting. Een nieuw gevecht brak los. Een Duitse kogel heeft Antoin Treis in de keel geraakt. Hulp mocht niet meer baten: hij sterft ter plaatse. De Duitsers gaven opdracht hun mannen te begraven. Antoine Treis werd door Lambertus’ broer Klaas begraven. De Duitse soldaten zagen de Franse para’s vluchten in de richting van de bossen achter de vlasfabriek. Vanuit hier hebben ze zich gehergroepeerd om later nog een aanval te doen.

Lambertus: Tijdens het onverwachte vuurgevecht wat er ontstond speelden wij als kinderen gewoon buiten. De Fransen schreeuwden (voor ons onverstaanbaar) dat we gauw weg moesten gaan. Het regende kogels.

Lambertus: Zowel bij de familie Pol als bij ons moesten de stallen en huizen worden ontruimd. Het risico bestond dat tijdens gevechten gebouwen in brand zouden vliegen. De koeien gingen in het land. Vanwege het mooie voorjaar was er gelukkig gras genoeg.
 
Afbeelding invoegen

De overleden soldaat Antoine Treis werd door de broer van Lambertus begraven achter de vlasfabriek. Na de oorlog zijn (wanneer is onbekend) de stoffelijke overschotten opgegraven en herbegraven in Frankrijk.
Ieder jaar komen nog meerdere mensen om hem te herdenken het bij monument aan de vlasfabriek. In eerste instantie was het monument op de achterzijde van de fabriek geplaatst. Op initiatief van Jans Dobben (huidige eigenaar van de voormalige vlasfabriek) is het monument verplaatst naar de voorzijde zodat het toegankelijker is geworden.

Bronnen:
Lambertus Enting - Orvelte
Historische Vereniging Westerbork
diverse internetsites

Verder interesse in dit onderwerp? Google "Antoine Treis Orvelte”
Of via de site van de Historische Vereniging Westerbork
 
*****

Barakken op het Orvelterzand
16 oktober 2016

In augustus jongstleden deden we een oproep om meer informatie te vergaren rondom de voormalige barakken op het Orvelterzand. Van enkele dorpsgenoten kregen we informatie of namen van mensen die mogelijk informatie hebben. Dank daarvoor! 
Ger Keijzers is inmiddels een onderzoek gestart en heeft momenteel contacten bij het NIOD om zoveel mogelijk informatie boven water te krijgen.

In augustus brachten we reeds de volgende tekst:

Bij de parkeerplaats Orvelterzand zijn sporen te zien van eerdere bebouwing. Een opgeworpen wal, stukken open groen waar vroeger nog werd gemaaid, een corridor achter de omheining waar vroeger een laan liep. De oudste inwoners van Orvelte kunnen nog fragmenten van het verleden invullen, maar een volledig beeld van de geschiedenis van de barakken die er hebben gestaan is niet te geven. Wat is er wel bekend, wat wordt vermoed. De redactie ging te rade bij enkele oudere inwoners: Derk Vos, Lambert Dolfing sr., Jans Prenger en bij Jan van Ginkel, onze plaatselijke historicus. De barakken zouden zijn gebouwd in de crisistijd (1930-1935), de tijd van de werkverschaffing waarbij veel bos (o.a. bij Oud-Orvelte) werd aangeplant. Aangezien de mensen ook van ver kwamen was onderdak nodig. De vraag is of het echt "paupers” waren die er werden gehuisvest, waren het hele gezinnen of alleen de tewerkgestelden. Wat er daarna met de barakken is gebeurd, wie er hebben "gewoond”, etc. is niet duidelijk. Volgens zeggen is het stenen gebouwtje dat er stond (resten beton op parkeerplaats) later nog een aantal jaren benut als vakantieverblijf. Tenminste: een van de zegslieden herinnert zich nog dat er leuke meisjes kwamen, de moeite waard om er ’s avonds heen te gaan. In de tijd van de bewoning in de jaren 1940-‘50 gingen de kinderen uit het kampement (een behoorlijk aantal) naar de school aan het kanaal. Aan het eind van die periode werd het kampement gebruikt om de arbeiders te huisvesten die het Orvelterveld ontwikkelden als landbouwgebied. Rond 1950 werd de heide afgebrand.

Afbeelding invoegen

 

 
                                                                                 
                                                                                           
 
Op de foto hiernaast de corridor aan de 
oostzijde van het Orvelterzand die uitkwam in de singel bij het Oranjekanaal westelijk van het woonhuis op de hoek. In die tijd behoorde het Orvelterzand aan een textielbaron uit Twente. De laan aan de oostkant van de afrastering bestond toen ook omdat dit deel een andere eigenaar had (Staatsbosbeheer)
 

Inmiddels kan er een nieuw hoofdstuk worden toegevoegd. 
Via een site van het Herinneringscentrum Kamp Westerbork  (www.joodsewerkkampen.nl) kregen we de volgende informatie:

Werkkamp Orvelte

Kamp Orvelte werd vermoedelijk in januari 1940 in gebruik genomen voor de huisvesting van werkloze arbeiders uit Amsterdam en andere grote steden. 'Je kwam kamp Orvelte binnen vanaf de Orvelterbrug, richting Schoonoord over een zandweg naar links. Bij de ingang stond aan de rechterkant de kantinebarak en links woonde de kok/beheerder. Daarachter waren nog wat gebouwtjes die dienden als bergplaatsen en dergelijke. En dan in een u-vorm keek je zo op de barakken. Overal voor de barakken langs waren loopplanken van twee meter breed. Zo dat de arbeiders nog net met droge voeten binnen konden komen. Het was er nogal drassig', aldus A Maris, de kantinebeheerder.

Het is niet bekend wanneer de eerste groepen joodse dwangarbeiders binnenkwamen. Volgens kantinebeheerder Maris kwamen ze vooral uit Amsterdam. Op een gegeven moment werden deze arbeiders doorgestuurd naar Westerbork en vervangen door nieuwe groepen uit de omringende plaatsen. Documenten bevestigen dat op 17/18 juli 1942 joodse mannen uit Beilen en Smilde een oproep kregen zich op 20 juli te begeven naar het 'Jodenkamp Orvelte'.

De werkzaamheden bestonden uit het ontginnen van heide en het rooien van aardappelen. 's Middags zorgden de kameroudsten er voor dat iemand uit de groep de 'lunchpakketten ophaalde, die meestal bestonden uit brood met kaas'.
Na afloop van het werk gingen de arbeiders zich wassen, om vervolgens in de kantine te biljarten of naar de radio te luisteren naar de radio. Bijzonder was het optreden van het bekende duo Johnny en Jones in het kamp.

'In het begin mochten die joden nog gewoon rondlopen en deden ze inkopen in Westerbork of bij de boeren. Later mochten ze het kamp niet meer verlaten of bezoek ontvangen. Het was verboden pakketjes te ontvangen en te versturen. Ik smokkelde deze in een kar met dubbele bodem of een melkbus het kamp binnen. Het ging vooral om brood gekocht met bonnen door familie opgestuurd. Melk en karnemelk mocht vrij het kamp in. Van de karnemelk werd dan hangop gemaakt', aldus Maris.

Waarschijnlijk werden op 2/3 oktober 1942 de dwangarbeiders naar kamp Westerbork gestuurd. De kantinebeheerder kon zich nog herinneren dat hij 's morgens het kamp niet in mocht. Toen hij 's middags terugkwam was het kamp leeg.
 
Afbeelding invoegen

Ger Keijzers zal zich blijvend inzetten om de geschiedenis van dit stukje Orvelte te achterhalen. Mocht er meer nieuws zijn wordt dat hier in "de oude doos…” vermeld.

*****